Sedert maandag zijn op een na alle grensovergangen met Nederland in onze gemeente gesloten. Wie de grens over wil moet daarvoor een gegronde reden hebben.
Onze politici spreken graag over een eengemaakt Europa, maar van zodra er zich iets speciaals aandient regeert ieder land op zijn eigen manier. Dat was niet anders bij het uitbreken van het coronavirus: terwijl bij ons al ingrijpende maatregelen werden genomen, zoals het sluiten van een belangrijk deel van de winkels en horecazaken en het afschaffen van de markten, was van dergelijke maatregelen in Nederland nog niets te merken.
De gevolgen van die verschillende aanpak lieten niet lang op zich wachten: na de “lockdownfeestjes” in onze eigen regio trokken feestneuzen vrijdagnacht nog de grens over om in Nederland verder te feesten. Ook tijdens het weekend maakten veel mensen de overstap naar Nederland. In Sluis bedierven de handels- en horecazaken de pret door allemaal te sluiten op zondag.
Nederland heeft ondertussen ook al strengere maatregelen genomen, maar die zijn nog niet zo ingrijpend als in België. Daardoor bleef het grensverkeer nog altijd aantrekkelijk.
Grenzen sluiten
Om te voorkomen dat winkelende Belgen het virus zouden overdragen naar Nederland en Nederlanders die benzine komen tanken in België hetzelfde in België zouden doen besloten verschillende Belgische gemeenten zoals Maldegem om de grenzen met Nederland af te sluiten.
Het Maldegemse gemeentebestuur besliste om op één na alle grensovergangen met Nederland met betonblokken en/of nadarhekken af te sluiten.
Controle
De enige grensovergang waar men nog over kan is die aan de Aardenburgkalseide.
“Aan die grensovergang wordt 24/24u controle gedaan door de politie. Enkel mensen die kunnen aantonen dat ze een goede reden hebben om de grens over te steken hebben kans om toestemming te krijgen om van België naar Nederland te rijden en omgekeerd.
Voor die controle kunnen wij rekenen op de medewerking van de federale politie”, legde burgemeester Bart Van Hulle uit. Ondertussen hebben de meeste automobilisten het begrepen dat er behalve voor essentiële verplaatsingen aan de grens geen doorkomen aan is.